Cycle Terre: grond als grondstof voor circulaire constructie

Grond die voor bouw- en infrastructuurprojecten is afgegraven, geldt als afval en wordt veelal gebruikt voor het vullen van groeves, of gewoon ergens gedumpt. Maar voor Cycle Terre is de grond grondstof. Het Franse project creëert er waarde mee in de circulaire economie. Met Europese subsidie is even buiten Parijs een fabriek gebouwd die ongebakken bakstenen maakt. Projectleider Silvia Devescovi: “Het is enerzijds nieuw terrein, maar gek genoeg eigenlijk ook een antieke, vergeten constructietechniek die we opnieuw hebben moeten leren.”

Het idee voor Cycle Terre vond zijn oorsprong op de conferentie Terres de Paris (2016), die liet zien dat het mogelijk is om bouwmaterialen te maken van rauwe aarde uit plaatselijk ontgonnen terrein. Een oproep van de Urban Innovative Actions, een initiatief van de Europese Commissie, bracht de partijen bij elkaar voor een pilotproject. De Parijse voorstad Sevran, ooit een industrieel bolwerk maar sinds de jaren tachtig en negentig achter geraakt in de vaart der volkeren, wilde graag meedoen. Er werd al flink gegraven binnen de gemeentegrenzen, omdat de stad in 2024 (als alles opschiet) twee nieuwe metrostations krijgt: uitbreidingen van het netwerk rond de Franse hoofdstad die dat jaar de Olympische Spelen organiseert.

Circulaire stedelijke vernieuwing

Sevran, dat zo’n 13 kilometer ten noordoosten van de périphérique ligt en ruim 51.000 inwoners telt, is een arme stad die gretig is om nieuwe dingen te proberen, vertelt de projectleider stedelijke vernieuwing. Er is behoefte aan nieuwe impulsen nadat het vertrek van de industrie, eind vorige eeuw, de deur open zette naar werkloosheid en criminaliteit. Devescovi: “Cycle Terre is nu nog een kleinschalig project, maar het is zíchtbaar. En ook al hebben we nog weinig mensen in dienst, ze zijn wel erg trots om er te werken.”

Het innovatieve productieproces van Cycle Terre moet nauwkeurig gebeuren, zodat de stevigheid van de bouwmaterialen kan worden gegarandeerd. Naast de ‘rauwe’ bakstenen, fabriceert Cycle Terre ook cement en muurcoating van afgegraven grond, en hopelijk binnenkort ook bouwpanelen. Devescovi : “Daar is veel vraag naar, ook al is het heel innovatief en nog niet erg bekend. We zijn daarvoor nog op zoek naar nieuwe funding.”

Portret van projectleider van Cycle Terre Silvia Devescovi. Op de achtegrond een bouwplaats waar een aantal grote houten planken en panelen liggen.

Samenwerking met Reeleaf

Met de opening van de fabriek is onlangs de implementatiefase van het project afgerond. Reeleaf is vanaf het toekennen van de Europese funding aan boord voor het financiële management en om ervoor te zorgen dat alle Europese wetgeving wordt nagekomen. Devescovi: “De gehele subsidie gaat naar de stad Sevran, die dat geld weer moet verdelen over alle partners, een grote verantwoordelijkheid. Het is ontzettend fijn om te werken met Reeleaf, omdat ze het systeem goed kennen en heel goede sturing geven. Ze kunnen je precies vertellen wat mogelijk is en wat niet, en onder welke voorwaarden. Ze werken heel nauwgezet en systematisch, maar zijn tegelijkertijd flexibel en intelligent bij het vinden van oplossingen.”

Pionieren met rauwe aarde

Was bij de start van het project alle kennis aanwezig voor de uitvoering? Zeker niet, vertelt Devescovi. Cycle Terre heeft dertien uitvoeringspartners en zelfs voor de experts in aardeconstructie die daarbij zitten, was en is er nog veel te ontdekken. Op onderdelen moest het project daarom gedurende het traject worden omgegooid. “Er waren nog maar weinig beslissingen genomen bij de start. Het was nog onzeker wat ons product zou zijn, we hadden nog geen plek voor het gebouw, we wisten nog niet waar we de uitgegraven grond vandaan moesten halen. Eigenlijk moest alles vanaf het begin worden onderzocht.”

Project omgeven met onzekerheid

Het was voor Devescovi aanvankelijk best verontrustend dat het project vanaf het begin met zoveel onzekerheid was omgeven. Nieuwe inzichten leidden voortdurend tot aanpassingen in de plannen. “Het is een mirakel dat het allemaal gelukt is,” zegt ze nu. “We hebben trouw kunnen blijven aan het uitgangsidee en hebben de waarden waar we voor hebben gevochten niet overboord hoeven zetten. Maar ik heb als projectmanager de onzekerheid moeten accepteren dat ik niet zeker wist of het project ooit opgeleverd zou worden. We hebben gewoon ons best gedaan en geprobeerd niet te veel aan het einddoel te denken.”

Regelgeving in de weg

Hoewel de productie nog niet 100% functioneel is, staan de fabriek en de machines er inmiddels en komen er elke week komen tientallen mensen kijken die met de materialen willen werken, vertelt Devescovi. “Iedereen is ontzettend enthousiast. Tegelijkertijd zijn we nog steeds op zoek naar goede oplossingen voor bepaalde delen van het proces. De grootste uitdaging nu is hoe we aan uitgegraven grond gaan komen. Ons project is relatief kleinschalig en de hoeveelheden zijn voor transporteurs te klein om rendabel te zijn. Er is ook regelgeving die ons in de weg staat, omdat je niet zomaar kunt doen wat je wilt met afval. Je moet precies weten waar het vandaan komt en waar het naartoe gaat. Hoewel we nu een oplossing hebben, moet die het voor een groot deel hebben van de goodwill van stakeholders. Idealiter zijn we daar niet van afhankelijk, en hebben we een oplossing waar iedereen gelukkig mee is.”

Hoop voor de toekomst

“De meesten van ons hebben nog steeds iets van: is het allemaal echt gelukt? We zijn er nog niet helemaal, maar er is vertrouwen. Alle stakeholders geloven dat dit project gaat slagen. Sevran is een arme stad met veel misdaad, maar nu hebben we echt iets waar we trots op kunnen zijn. Voor het imago van de stad heeft het al veel gedaan. Mijn hoop voor de toekomst is grenzeloos.”